09.11.2012 – Les Violons de Bruxelles
‘Na een periode van relatieve luwte (die indruk hadden we toch) draait het bij Home Records weer op volle toeren: ‘Made In Belgium’ van ARANIS en ‘Chansons pour la fin d’un jour’ van Wouter Vandenabeele, Emre Gültekin, Erkan Tekin en Joris Vanvinckenroye, twee ronduit briljante platen, maar ook ‘Festança’ van PASSARIM met Caito Marcondes, ‘Klezming Pool’ van KLEZMIC ZIRKUS vormen de nieuwe lichting van het Luikse label, al zijn er nog recente releases, die bijna allemaal in een moeilijk te definiëren cross-over gesteld zijn, en dus per definitie creatief en avontuurlijk. Al is het eindresultaat soms onvoorspelbaar en zelden ook minder geslaagd, gedurfd is het wel.
LES VIOLONS DE BRUXELLES buigt zich over Django Reinhardt, niet verwonderlijk als men weet dat het nog maar eens een project is waar Tcha Limberger zijn schouders heeft onder gezet. Bij Tcha kan je denken aan vele instrumenten maar toch is het aan de viool dat men denkt, want Django’s rechterhand was vanzelfsprekend de briljante Stéphane Grappelli. Maar de groepsnaam verraadt dat men hier afstapt van het klassieke concept van de HOT CLUB DE FRANCE, het prototype van het swing jazz of swing manouche orkest. Dat werd gestuurd door de sologitaar en één of twee ritmegitaren, plus een viool en een contrabas. Les Violons de Bruxelles draaien de rollen om: twee violen, een altviool en één gitaar, plus de contrabas (die laatste in handen van Sam Gerstmans en op drie nummers van gastmuzikant Vilmos Csikos)
Gitarist Renaud Dardenne staat er uiteraard niet alleen voor, want er zijn die duivelse violen van Tcha en van dat andere supertalent, Renaud Crols, man die we voor het eerst aan het werk zagen, op nog heel jonge leeftijd, op één van de… boogie woogie piano festivals van de in Brussel verblijvende Renaud Patigny, die toen niet zonder fierheid zijn ‘ontdekking’ voorstelde. De letterlijk en figuurlijk fijnbesnaarde Alexandre Tripodi bespeelt de alto. Als compensatie van de bekende ‘gitaarmuur’ van de zigeunerjazz kan dit tellen. Bovendien geeft deze opstelling nieuwe mogelijkheden. Tegenwoordig zijn er weer vrij veel uitvoeringen van het werk van Django, ongetwijfeld het gevolg van de mythische status van de gitarist. Men kan zich afvragen of die de tand des tijds zullen doorstaan.
Hier hoeft men daar niet voor te vrezen. Op ‘Les Violons de Bruxelles’ staan respectvolle en bekwame bewerkingen van evergreens als ‘Rêverie’, ‘Place de Brouckère’, ‘Swing 39’, en verder de fraaie ‘Are You In The Mood’, ‘Lisa’ en ‘Porto Cabelo’, in een razend knap arrangement met een ronduit schitterende gitaarsolo, wat ons betreft een hoogtepunt op de plaat. Maar ‘Tcharangito’ van Tcha gaat de Latijnse toer op, zoals de titel (‘kleine charango’, naar het Zuid-Amerikaanse snaarinstrument met vijf dubbele snaren) Tcha schittert in ‘I’m Confessin” als zanger. Het was ons al eerder opgevallen dat dit zijn zoveelste onvermoede talent was, bij een optreden voor ‘The Food Sessions’ van intercultureel centrum De Centrale in Gent, toen samen met oedspeler.’
ANTOINE LEGAT
Comments are closed.